Willy Demeyer - Frank Aelvoet - Kaasmakerij in Lo -- Dumortier Ignace FB - bewerkt

12 uren van De Panne | Parc Fermé

De 12 uren van De Panne werd zes maal georganiseerd door renstal Leopard in De Panne. Het telde meermaals mee voor het criterium kampioenschap en tweemaal voor het Belgisch nationaal rally kampioenschap. Zo bracht ze namen als Depasschyn, Thonon Joseph, Roothaert Flory, Eldis, Gustavson, Didi (vader van Larry Cols), Willy Lux, Gilbert Staepelaere en Guy Colsoul aan de start in De Panne

1967 | Renstal Leopard

Op 22 maart 1967 richtte voorzitter Roger Houtekeete samen met Luc Houtsaeger, Freddy Blondeel en Marc Allemeersch renstal Leopard op in Hotel Albert I (op de zeedijk in De Panne). Het eerste clublokaal werd een bijhuisje bij kasteel Houtsaeger (in de Veurnestraat) die door Luc beschikbaar werd gesteld.

Roger Houtekeete, die eerst een MG-rijder was, liet zijn auto onderhouden door Raf Delanoye, de Morris dealer in De Panne. Raf raakte al snel geïnteresseerd in de autosport en begon zelf deel te nemen aan rally’s na zijn wielercarrière. Hij bezat verschillende wagens, variërend van een Lotus Seven tot een Ferrari, en was altijd gepassioneerd door alles wat op vier wielen reed. In de tijd van de 12 uren van Oostende en andere rally’s behaalde Raf steevast een top vijf positie. In Ieper reed hij met een Lotus Seven, bijgestaan door zijn co-rijder Vandewalle Gilbert, die een kapsalon in Oostduinkerke had. Tussen 1968 en 1971 werden veel slaloms georganiseerd op het Koningsplein, waar de huidige secretaris, Rys, al aanwezig was om tijdens servicebeurten de ruiten van Raf schoon te maken.

Naast Raf Delanoye sloten zich snel veel autoliefhebbers uit de streek aan bij de club, zoals Fernand Dewilde in een Mini (ook bekend als Figaro, een kapper in De Panne), Paul Jonckheere in een Porsche, John Lacante in een Ford Cortina, Henri Devos in een Ford Escort, Ivan Devolder in een Formule Vee, en anderen. Zij beleefden plezier in de disciplines autoslalom en later in de rally.

1968 | Oprichting van de competitie

De enthousiastelingen begonnen al snel met het organiseren van wedstrijden, en de slalom begon populair te worden in de Westhoek. De autosportclub Leopard organiseerde enkele keren per jaar slaloms op het Koningsplein. Niet alleen de leden van de club namen deel aan deze evenementen, maar ook coureurs van omliggende clubs vonden hun weg naar De Panne. Kort daarna werd in Koksijde de autostal CORAC (Coxyde Racing Club) opgericht, en hun coureurs kwamen de uitdaging aangaan met de coureurs van de Leopard. Het werd al snel een wederzijdse uitwisseling, waarbij Corac ook slaloms organiseerde. In korte tijd kreeg de Westhoek de reputatie van een autosportregio. Coureurs kwamen zelfs in grote aantallen vanuit Frankrijk. Foto’s hieronder zijn van de Slalommen op Koningsplein te De Panne.

1971 – 1972 | De eerste rally’s

In 1971 vond de allereerste rally van De Panne plaats, die toen werd opgenomen in het provinciaal kampioenschap. In ’72 vulde de 12 uren van De Panne het criterium kampioenschap samen met wedstrijden zoals de 6 uren van Tielt (huidige TAC rally) en 6 uren van Leuven aan. Het kampioenschap telde 8 manches, de 12 uren van De Panne was de 5de op de rally kalender.

Voor het eerst kreeg de wedstrijd de naam ’12 uren van De Panne’ en werd het georganiseerd op de nacht tussen 30 september en 1 oktober. Tijdens de persvoorstelling verklaarde de voormalige voorzitter, Jacky Janssens, dat hij van hun evenement een concurrent wilde maken voor de 12 uren van Ieper. De wedstrijd bestond uit 4 omlopen voor samen 85 wedstrijdkilometers. Uitzonderlijk werden ook niet gelicenseerde deelnemers toegelaten tijdens de 12 uren van De Panne.

De organisatie mocht meteen van een succes spreken met 51 deelnemers aan de start werd er een prachtige omloop verreden. De deelnemers streden 4x langs Adinkerke, Houtem, Roesbrugge, Westvleteren en Leisele. Favorieten Depasschyn – Verschaeve liepen tijdens de eerste boucle veel strafpunten op en zakten direct weg naar de achttiende plaats.

In hun Lotus Elan kwamen Delannoye – Manu met 383,4 punten als eerste over de eindmeet, Sergio – Setty stranden op de tweede plaats met 433,3 punten (in een Opel Ascona) terwijl Casteleyn – Legein in hun BMW 2022 het podium afrondde met 445,5 punten.

1973 – 1975 | Twee toppers in één renstal

Terwijl voor het eerst autoloze zondagen werden georganiseerd door de allereerste oliecrisis in 1973 schreven Pierre Davroux, een Koksijdenaar, en Jeanine Sanctorum, echtgenoot van uitbater van “Studio Lionel De Panne”, de 12 uren van De Panne op hun naam.

Het was rond deze periode dat de wrijvingen in renstal Leopard begonnen. Zoals steeds met twee toppers in één club liep het ook hier mis. Davroux en Pierre Lagrou stichtten een eigen club, de North Team in Koksijde die de opvolger werd van het ter ziele gegane Corac (Coxyde Racing Club). De clubs leefden ondanks alles in een vredige verstandhouding.

In 1974 werd het duo Demaere – Goethals tot winnaar gekroond in hun Renault 12 Gordini. Olson – De Lauw (in een Opel Manta TE) stonden stevig op het tweede hoogste schavotje terwijl De Meyer – Alfvoet hun BMW 2800 naar de derde plaats loodsten. In 1975 waren Georges Alfanus – Serge Van Ass in een Alfa Romeo Giulia 1600 Super de snelste piloten in de uithoek van België. Albéric Prévost – Jean-Jacques Mahieu in hun Renault 12 Gordini konden nog net Ford Escort RS 2000 MKI van Joseph Thonon – Pierre Berger achter hun houden. Joseph Thonon won uiteindelijk het Belgisch criterium kampioenschap in 1975.

1976 | Nationaal kampioenschap

De eerste maal dat de 12 uren van De Panne deel uitmaakte van het nationaal kampioenschap werd ze verreden tijdens de nacht van 11 op 12 september 1976. Enkel Gustavson ontbrak in de prachtige deelnemersveld van deze editie, voor de rest waren alle Belgische rijders van toen aanwezig. Gilbert Staepelaere – Eric Symens, “Didi” – Willy Lux, Vranken – Franssen, “Eldis” – “Rossi” en Guy Colsoul – Josy Materne om er enkele op te sommen.

De wedstrijd werd opgedeeld in vier boucels. In elke omloop werden 2 proeven verreden, Alveringem en Adinkerke, en Veurne en Pollinkhove. Stipt om 20u startte de armada van achterwielaangedreven wagens aan hun wedstrijd onder hevige stortregen.

Door de afwezigheid van Gustavson kon Staepelaere, negenvoudig Belgisch kampioen, een gouden zaak doen in het kampioenschap. Didi – Lux waren op papier de enige echte rivaal van Staepelaere sinds ze de enige waren die rondreden in gelijkwaardig materiaal. Didi ging tijdens de eerste omloop al meteen van de baan en werd gedwongen tot opgave.

Staepelaere overklaste iedereen en won alle proeven. Hierdoor was hij praktisch zeker van zijn tiende titel in het Belgisch rally kampioenschap. Porschisten Eldis – Rossi reden een zeer sterke wedstrijd in het uithoekje van België, ze werden tweede. Verhulst – Van den Houte reden hun Opel Kadett naar dezelfde derde stek, net als in Ronse. De 12 uren van De Panne ging de geschiedenisboeken in als een zeer zware rally, amper 11 wagens haalden de eindmeet in deze stormachtige wedstrijd.

1977 | De laatste 12 uren van De Panne

Voor het eerst in de geschiedenis van de 12 uren van De Panne reden de deelnemers over een droog parkoers. Dit bracht maar liefst 120 deelnemers naar het verre De Panne, 40 nationale rijders en 80 provinciale.

Moortgat – Andy toonden vanaf het begin van de wedstrijd hun bekwaamheid. Enkel Gustavson kon Moortgat op sommige proeven volgen. Op KP’s Oosthoek en Alveringem sloeg Moortgat telkens een gat. Tijdens de andere proeven (Maraneffe, Pollinkhove, De Linde en Bulskamp) controleerde Moortgat de wedstrijd als een waar kampioen. Een strategie die ons niet onbekend is, denk maar aan ‘Mister Ypres’, Freddy Loix.

Jean-Louis Dumont was de enige die zich waande tussen de kudde Porsches, de Kadett rijder moest toch 4 Porschisten voorlaten op de overduidelijk Porsch-gezinde proeven. Hierdoor liep Moortgat nogmaals 8 punten verder uit op Dumont die met nog drie rally’s te gaan 34 punten achter Moortgat stond in het algemeen klassement. Uiteindelijk werd Moortgat nationaal kampioen in 1977.

1978 – heden | Slalom en Gymkana

Voor de autoclub Leopard het heilig vuur hierna uit. De generatie rond Delanoye verdween en de club werd voor een tijdlang op rust gezet. Het mooie lokaal aan Moeder Lambik, dat na de verhuis van het Kasteel van Houtsaeger, in Adinkerke werd bekomen, werd aan de motorrijders van MC DE PANNE overgedragen en noemt nu ’t Motociekeltje.

Vanaf 1989 werden er opnieuw slaloms en gymkana’s georganiseerd. In 2003 werd dan een punt gezet na veertien jaar slalommen in Houtem, Koksijde en De Panne. AC Leopard is verre van ten dode opgeschreven, de organisatie organiseert nog steeds rondritten en andere evenementen.

Graag bedanken we de gemeente De Panne voor de samenwerking, ‘depanneverbeeldt.be’ voor het beeldmateriaal, alsook Herman Sels, Ignance en Francy Rys voor jullie foto’s en onze talloze bronnen.